Er staan in IJsselstein diverse beelden, monumenten en kunstwerken. Achter sommige schuilt een verhaal die ik wel de moeite waard vind om hier te beschrijven. En over sommige valt helemaal niets te vertellen maar zijn gewoon mooi om te zien.
|
|
Op de hoek van de Schuttersgracht en de Visbrug staat het beeld van Fulco de Minstreel. Dit beeld is gemaakt door Martijn Vergouw en Peter Siccama
Fulco 1279 - 1363 De oude stad van IJsselstein laat hier zijn moed en daden fel, zijn liederen en snarenspel in brons en steen vereeuwigd zijn.
Fulco leefde op het eind van de dertiende eeuw. Het verhaal, waardoor hij zo bekend is geworden, stamt uit 1297. Fulco was knecht van Heer Gijsbrecht van IJsselstein en van diens vrouw Bertha van Arkel. Bertha van Arkel werd ook wel "Vrouw Baerte" genoemd. Als Heer Gijsbrecht van IJsselstein gevangen wordt genomen gaat Fulco op pad om hem te bevrijden. Hij weet zijn heer te bevrijden. Als dank wordt hij tot ridder geslagen en benoemd tot kasteelheer van slot Heukelom waar Bertha's ouders altijd hadden gewoond.
De geschiedenis van Fulco de Minstreel staat uitgebreid beschreven op de website van De Digitale Stad IJsselstein (DSIJ). Het is ook te lezen in het boek van C. Joh. Kieviet (eerste uitgave 1892).
Aan het Molenplantsoen staat het beeld van Sjef en Jochem. Het beeld is gemaakt door de Utrechtse kunstenaar Jan van Luijn (1916- 1995). Het beeld is in 1962 onthuld door burgermeester mr. J.J. Abbink Spaink die in dat jaar afscheid nam als burgermeester van IJsselstein.
De twee zwervers Sjef en Jochem spelen een rol in de roman "De kleine wereld" van Herman de Man uit 1932. Piet Bokketouw (1876-1949) en Klaasje Kroon waren de inspiratiebron voor de schrijver van dit boek. Piet Bokketouw (zijn echte naam was eigenlijk Pieter Abraham Meijer) zwierf van 1913 tot 1949 in de omgeving van IJsselstein waar hij ook bij de burgerlijke stand stond ingeschreven. Hij was vrolijke oude man die graag met iemand een praatje hield. In het Stadmuseum IJsselstein is de wandelstok van Piet Bokketouw te bezichtigen. Over Klaasje Kroon is minder bekend. Hij was een minder vriendelijke man en had in tegenstelling tot Piet Bokketouw een kwade dronk. Hij was ook niet zo spraakzaam.
Begin 1979 is het beeld uit het Molenplantsoen gestolen. Maanden later, op 11 juli 1979, wordt er op de stoep van de redactie van de "Zenderstreeknieuws" en pakje gevonden. Het blijkt het beeld te zijn van de twee zwervers. Het is onbeschadigd. De daders van de diefstal zijn tot op heden onbekend gebleven.
De geschiedenis van de twee zwervers staat uitgebreid beschreven op de website van De Digitale Stad IJsselstein (DSIJ).
Op de hoek van de Molenstraat en de Benschopperpoort staat een beeld van een vrouw met een kind en een kip onder haar arm. Dit beeld is van Lucas van Blaaderen.
In het water van het Hogebiezenpark staan de "Apenluiders" van Adriaan Rees die elkaar "bespotten en bespuiten". Deze beelden verwijzen naar de legende van Kees de Aap. De legende van "Kees de Aap" is te vinden op de website van de Karnaval's Organisatie IJsselstein, onder de knop "historie".
In vijftig jaar tijd werd er in IJsselstein drie keer een nieuw herdenkingsmonument opgericht. De eerste, uit 1950, stond op de hoek van de Abbink Spainkstraat en de Aleida van Culemborgstraat. Het tweede monument, uit circa 1960, werd geplaatst op het Kronenburgplantsoen. Beide plaatsen bleken niet gunstig gekozen te zijn en werd er door burgermeester Wijte besloten om een nieuw monument te bouwen onder de Wilhelminaboom bij de Hervormde Sint Nicolaas Kerk. Dit monument werd op 27 april 1995 onthuld.
De ontwerper van dit monument was Jóska Tóth. de kunstenaar voor een zuilvorm als teken van beschaving. De vijf onderling verschoven natuurstenen blokken symboliseren de oorlogsjaren. De plaats werd niet alleen gekozen voor de mooie omgeving maar ook door het feit dat daar de Wilhelminaboom was geplant in 1898. De personen die vermeld zijn op het monument vielen tijdens de regeringsperiode van Koningin Wilhelmina.